Interventie 'Werk na detentie' leidt tot meer werk, maar niet tot minder recidive

gepubliceerd: 03-03-2022

Onderzoek heeft uitgewezen dat ex-gedetineerden die deel hebben genomen aan de interventie ‘Werk na detentie’ in de periode daarna meer hebben gewerkt dan personen uit de controlegroep. Wat betreft recidive zijn geen verschillen gevonden tussen deelnemers aan het programma en personen uit de controlegroep (er is sprake van recidive als er een nieuwe strafzaak tegen een ex-gedetineerde wordt geopend).

 

De interventie ‘Werk na detentie’ heeft ex-gedetineerden op verschillende manieren ondersteund bij het vinden van een duurzame baan (voor minstens 24 uur per week) en bij het wegnemen van de hindernissen daartoe. De interventie moet ervoor zorgen dat deelnemers minder afhankelijk van uitkeringen worden en minder snel recidiveren. Voor het onderzoek zijn 119 deelnemers geworven die tussen 1 juni 2016 en 31 juli 2017 met het programma begonnen. Het merendeel van deze deelnemers (103 personen) konden gekoppeld worden aan ex-gedetineerden die niet aan dit programma hebben meegedaan (de controlegroep).

 

Een belangrijke ambitie van deze interventie was dat ex-gedetineerden meer en vaker zouden werken. De ambitie aan het begin van het traject was behoorlijk hoog: het aandeel deelnemers dat in de eerste 2 jaar na detentie minstens 50% van de tijd betaald werk zou hebben, zou 40 procentpunt hoger moeten zijn dan in een vergelijkbare controlegroep. Een andere ambitie was dat, 2 jaar na detentie, de recidive met 10% verminderd zou worden.

 

Deze interventie is door Panteia en WODC samen geëvalueerd. Het onderzoek van Panteia en WODC laat zien dat de personen in de controlegroep in de eerste twee jaar na detentie gemiddeld genomen gemiddeld 1,5 maand gewerkt hebben (voor 24 uur per week of meer). In diezelfde periode hebben de gekoppelde deelnemers aan de interventie ‘Werk na detentie’ ruim eens zoveel betaald werk gehad: gemiddeld 3,5 maand werk (voor 24 uur per week of meer). De interventie heeft hiermee een significant positief effect op de arbeidsdeelname gehad. Het effect is echter niet zo groot dat de vooraf gestelde ambitie is gehaald. Een van de verklaringen hiervoor is dat de vooraf geformuleerde ambitie wel erg ambitieus was.

 

De tweede ambitie was om de recidive onder ex-gedetineerden te verlagen. De resultaten van het huidige onderzoek tonen niet aan dat deze doelstelling behaald is. De recidive (na 1, 2 en 3 jaar) onder de gekoppelde deelnemers is weliswaar lager dan onder de mensen uit de controlegroep, maar deze verschillen zijn statistisch gezien niet significant.

 

Het onderzoek heeft daarnaast aanwijzingen opgeleverd dat de interventie een positieve invloed op de zelfredzaamheid van de deelnemers heeft gehad. Dit zou een belangrijke positieve bijdrage van de interventie kunnen zijn, maar het was niet mogelijk om dit verder te onderzoeken.

 

In een krantenartikel dat eind maart 2022 is verschenen, wordt gesuggereerd dat de evaluatie ook de relatie tussen werk en recidive zou hebben onderzocht. Volgens dit artikel zou die relatie er niet zijn. Deze relatie is echter niet onderzocht, waardoor we hier ook geen uitspraken over kunnen doen.

 

Twee factsheets met bevindingen, een onderzoeksverantwoording en twee rapporten zijn hier beschikbaar. 

 

 

Neem contact op

Heeft u vragen of wilt u meer informatie? We staan u graag te woord.

Bel ons op: 079-322 20 00