Ladingdiefstal: Goedkoop is duurkoop

Risicofactoren Middelgrote transportbedrijven (10-50 voertuigen) en hun afzenders en ontvangers lopen het meeste risico op ladingdiefstal. Ondernemers van deze bedrijven zijn continu bezig met de dagelijkse gang van zaken en hebben weinig tijd om zich uitgebreid te informeren over ladingdiefstal, aansprakelijkheid en verzekeringen.

Het meeste stukgoedvervoer betreft niet-diefstalgevoelige goederen met een lage waarde per kilogram. Echter, af en toe betreft het goederen van hoge waarde die wél diefstalgevoelig zijn. Deze goederen worden dan veelal op dezelfde wijze vervoerd als de overige goederen zonder dat de vervoerder én de afzender zich voldoende rekenschap geven van de financiële risico's.

Wie van beide groepen van betrokkenen hierbij het grootste risico loopt, hangt overigens af van de aansprakelijkheden en de (eventueel aanvullende) verzekeringen.

Een laatste complicerende factor is het feit dat een gemiddelde betrokkene maar weinig ervaring kan opbouwen in het omgaan met diefstal van kostbare lading. Het is immers nog steeds zo dat de meeste bedrijven een dergelijk incident maar zelden meemaken.  Echter, als het een keer serieus fout gaat en er een kostbare (deel-) lading wordt gestolen, dan kan dat het direct einde van het bedrijf betekenen.

Kosten belangrijk criterium Panteia keek specifiek naar de afweging met betrekking tot het type vrachtvoertuig en het gebruik van beveiligde parkeerplaatsen in relatie tot de diefstalgevoeligheid van de lading. Het blijkt dat vervoerders van stukgoed veelal sterk gericht zijn op lage vervoerskosten en daarom kiezen zij voor de goedkoopste voertuigvariant. Incidenteel te vervoeren dure lading gaat dan vaak ook mee in schuifzeilopleggers, vooral  als de vervoerder niet op de hoogte is van de werkelijke waarde deze lading. Ook wordt er in dat geval niet (consequent) geparkeerd op veilige parkeerplaatsen.

Actieplan transportcriminaliteit Het onderzoek is onderdeel van het 'Actieplan Transportcriminaliteit 2015-2016'. Dit plan is opgesteld in het kader van het Nationaal Platform Criminaliteitsbeheersing door de publiek-private partners: AVc, EVO, ministerie van Veiligheid en Justitie, Nationale Politie, Openbaar Ministerie, TAPA, TLN en Verbond van Verzekeraars.