De werkomstandigheden in de zorg- en welzijnssector
Werken in de zorg wordt zwaarder en veel personeel stopt: ‘een tikkende tijdbom’
Hoe is het gesteld met de werkomstandigheden in de zorg- en welzijnssector? Deze studie, uitgevoerd onder leiding van Panteia, kijkt naar werkomstandigheden (Occupational Safety and Health, afgekort OSH) in 27 EU-lidstaten. De toenemende werkdruk en stress zijn zorgwekkend, net als agressie richting personeel. Verder is de hoge uitstroom in de zorg opvallend: in Nederland is in vijf jaar tijd de helft van de werknemers gestopt.
Werken in de zorg gaat soms letterlijk over leven of dood. Hoe zwaar is dit werk en hoe verhouden de werkomstandigheden in zorg en welzijn zich tot andere sectoren? “Het is de eerste studie op EU-niveau die zoveel verschillende databronnen combineert”, vertelt onderzoeker Martin Clarke. De studie wordt gedaan in opdracht van EU-OSHA, het agentschap van de Europese Unie dat zich bezighoudt met veiligheid en gezondheid op het werk. Ook zitten ze achter campagnes om werkomstandigheden te verbeteren. “We willen een goed beeld schetsen van de werkomstandigheden in de zorg en op deze schaal is dit niet eerder onderzocht. Zo willen we dit thema op de kaart zetten en bijdragen aan meer bewustwording.”
Veel stress en psychische klachten
De cijfers liegen er niet om: ruim twee derde (68%) van alle werkenden in zorg en welzijn in de EU geeft aan werkgerelateerde stress te ervaren. Dat is veel vergeleken met andere sectoren (gemiddeld 46%) en geen enkel andere werkveld scoort zo slecht. Ook psychische klachten (bijv. somberheid, stress en angstklachten) zijn in de zorg het hoogst (24%). “Je werkt met patiënten die vaak aan het lijden zijn en je moet in staat zijn om snel belangrijke beslissingen te nemen”, verklaart Clarke. “Bovendien zijn de werktijden onregelmatig. Het is geen 9-5-baan, want mensen hebben vaak permanent zorg nodig.”
De cijfers laten zien dat het werk de afgelopen tien jaar zwaarder is geworden. De Covid-19 pandemie stelde de zorgsector voor ongekende uitdagingen, de ziekenhuis- en de verpleeghuiszorg in het bijzonder. “Niemand was op deze pandemie voorbereid en plots zaten zorgmedewerkers in de frontlinie. Het ziekteverzuim steeg aanzienlijk en de toch al hoge werkdruk liep nog verder op. Je kunt zeggen dat de pandemie structurele problemen in de sector blootlegde.”
“Het is een soort tikkende tijdbom: de werkdruk wordt hoger en de gemiddelde leeftijd van het zorgpersoneel loopt op.”
Tikkende tijdbom door vergrijzing
De vergrijzing is een grote uitdaging. Niet alleen hebben steeds meer mensen zorg nodig, ook de gemiddelde leeftijd van het zorgpersoneel loopt op. Van alle mensen die in de zorg werken is nu 37% vijftigplusser, waarmee een grote uitstroom dreigt in de komende decennia. Ook ervaart meer dan de helft (56%) musculoskeletale klachten, zoals rugpijn en gewrichtspijn. Er is geen andere sector waar dit zo hoog ligt. “Het is een soort tikkende tijdbom”, zegt de onderzoeker. “De werkdruk wordt hoger en de gemiddelde leeftijd van zorgmedewerkers loopt op. Het werk is vaak fysiek zwaar, zeker naarmate je ouder wordt. Zo moet je soms in benarde posities werken of zwaar tillen.”
Pesterijen en geweld
Het onderzoek kijkt ook naar de mate waarin medewerkers te maken krijgen met agressie, zoals pesterijen en intimidatie door patiënten. Ook daar zijn de zorg en welzijn veruit de lastigste sector om in te werken. Bijna een derde (32%) kreeg te maken met verbaal of fysiek geweld door patiënten of familieleden. Deze cijfers liggen twee keer zo hoog als het gemiddelde van alle sectoren (16%). In de Nederlandse jeugdzorg kreeg zelfs 81% procent te maken met agressie. “Dit soort agressie is echt zorgelijk. In Italië zijn zelfs zoveel aanvallen gemeld dat de vakbonden de overheid hebben verzocht het leger in te zetten om ziekenhuispersoneel te beschermen.”
“Agressie is een groot probleem. In Italië hebben de vakbonden zelfs de overheid verzocht het leger in te zetten om zorgpersoneel te beschermen.”
Veel (baan)onzekerheid, ook in Nederland
Werken in de zorg is niet alleen zwaar, het gaat ook gepaard met onzekerheid. Bijna één op de tien (9%) geeft aan te maken hebben met ‘precaire werkomstandigheden’ en Nederland zit bij de vijf landen die het slechtst scoren. Dit gaat bijvoorbeeld over onzekerheid door tijdelijke contracten of een te laag salaris om van te kunnen leven. Thuiszorg, sociaal werk, ambulante jeugdzorg en kinderopvang scoort zelfs 13%, slechter dan horeca en toerisme, waar seizoenswerk gebruikelijk is. Bovendien ligt volgens de onderzoeker in de thuiszorg uitbuiting op de loer, zeker omdat hier relatief veel vrouwen werken met een migratieachtergrond en een laag opleidingsniveau.
“Voor het omgaan met risico’s rondom psychische klachten zijn geen richtlijnen. Het zou helpen wanneer de EU meer houvast geeft.”
Het onderzoek stelt geen specifieke maatregelen voor, maar biedt wel duidelijke aanbevelingen. Dat begint volgens Clarke met meer erkenning voor het belang van mentale gezondheid en psychosociale risico’s. “Er zijn duidelijke richtlijnen vanuit de EU voor de fysieke aspecten van het werk. Daarin staat bijvoorbeeld tot in detail beschreven hoe je moet werken met naalden, maar voor het omgaan met risico’s rondom psychische klachten is nog niets”, legt hij uit. “Ik denk dat het erg kan helpen wanneer de EU meer houvast biedt.”
Personeel beschermen en jongeren aantrekken
In Nederland is in vijf jaar tijd de helft van de medewerkers vertrokken. Het merendeel gaf daarbij aan dat hun managers meer hadden kunnen doen om dit te voorkomen. Om de werkdruk te verlichten is het volgens de onderzoeker belangrijk om de sector aantrekkelijker te maken voor jongeren. En ook is het cruciaal om werknemers zoveel mogelijk gezond te houden. “Het werk is fysiek zwaar, dus het is belangrijk dit slim te organiseren. Denk aan investeren in betere hulpmiddelen, maar ook zorgen dat je minder lang achter elkaar hoeft te tillen. Je wilt dat zorgpersoneel gezond de eindstreep haalt.”
Dat er actie moet worden ondernomen, spreekt voor zich. De grote uitdaging is om alle relevante partijen bij elkaar te krijgen. Toch is dat volgens Clarke precies wat er nodig is. “Er zijn zoveel organisaties betrokken, denk aan beroepsverenigingen, werkgevers- en werknemersorganisaties en relevante ministeries. Wij hopen dat zij naar de uitkomsten kijken en dat we met dit onderzoek een bijdrage kunnen leveren aan het debat. En dat betrokkenen dit vertalen naar concrete stappen om de werkomstandigheden te verbeteren.”
Dit project is gefinancierd door EU-OSHA. Het onderzoeksconsortium werd geleid door Panteia. Andere partners zijn Vhp Human Performance (NL), IKEI Research and Consultancy (ES), and TNO (NL).
Download het volledige rapport hier
Download de samenvatting van het rapport hier